Soms heb je geluk en soms
niet. Ik ben er nog steeds niet helemaal uit of ik geluk had dat ik
een cursus met acht andere vrouwen volgde. De ene andere man die zich
ook had ingeschreven was niet op komen de dagen. Direct bij
binnenkomst werd ik er al op geattendeerd dat ik de enige man tot
zover was (er waren al zeven vrouwen). Lomp als ik ben, maakte ik
natuurlijk direct een vrouw(on)vriendelijke opmerking. Daar de
opmerking wel zeer geestig was en niet over het randje, konden de
meeste vrouwen zich niet inhouden. En lachten om mijn snedige
antwoord : ).
Na een tijdje gewacht te
hebben en de andere man nog immer was niet komen opdagen, stak de
cursusleider van wal. Wie was hij, wat deed hij, wat hield de cursus
in, waarom gaf hij deze cursus en al dat soort dingen. Uiteraard ging
het over de verhouding vrouwen-man (tegen die tijd acht tegen een!)
en welke invloed een man of vrouw in zo'n situatie heeft. De
cursusleider was van mening dat een vrouw in een mannengroep van
invloed is en andersom (een man in een vrouwengroep) niet. Dat zei
hij stellig. De vrouwen waren waarschijnlijk onder de indruk of trots
op zichzelf (ze zijn immers het sterke geslacht) en knikten tevreden.
Maar ik niet! Dikke pik voor jullie, riep ik! Nou nou zeg... gelukkig
zei ik dat niet. En dacht ik dat ook niet, trouwens. Het schiet hier
zo uit m'n pen. Ik was en ben van mening dat een man in een
vrouwengroep wel degelijk van invloed is. Zet acht vrouwen bij elkaar
en het wordt een zooitje. Zet er een man bij en de sfeer wordt opeens
anders. Dat bedoel ik niet negatief of opschepperig, mannen en
vrouwen zijn gewoon anders. Als je opeens een vrouw in een
mannengroep zet, verandert er ook iets. Hoewel, mannen blijven lompen
wezens.
Bij het voorstellen
gebeurde er iets merkwaardigs. Bijna alle vrouwen hadden kinderen en
ik heb die niet. Mijn reden voor het niet hebben van kinderen ligt
onder andere in het feit dat ik te veel aan mijn vrijheid gehecht ben
en ik te egoïstisch ben. Dat eerste lijkt me wel duidelijk, het
tweede omdat ik dan veel moet opgeven ten behoeve van mijn kinderen
en dat wil ik niet (uitslapen bijvoorbeeld). En toen gebeurde het:
aan de overkant van de tafel zei mijn cursusgenoot 'wat narcistisch'.
Jahaa, lieve lezers, toen
stond ik voor een keuze. Ga ik mezelf verdedigen na deze harde aanval
of laat ik het rusten. Ik koos voor het tweede. Trots kan letterlijk
dodelijk zijn, het komt bijna dagelijks voor. En ik had best wel
kunnen zeggen dat juist het willen van kinderen egoïstisch is, want
een ongeboren kind zal er nooit om vragen geboren te worden. Een kind
wil je omdat jij het wilt. Er bestaat bijna niks egoïstischer dan
het willen van een kind. Want waarom neem je anders een kind?
Ik vind het prima hoor,
ouders. Jullie moeten het zelf weten. En zonder kinderen zou de
mensheid uitsterven (zou dat erg zijn?). Mijn vrienden hebben
kinderen en alhoewel ik best afstandelijk ben, geniet ik wel van hun
karakters en speelsheid. Ze komen geniaal uit de hoek. En er zijn
maar weinig mensen die gekker op mijn neefjes en nichtje zijn dan ik.
Maar omdat ik open ben, mezelf ken, eerlijk ben tegenover mijn
ongeboren kinderen, wil uitslapen, niet tien keer per nacht mijn bed
uit, gewoon de auto in wil stappen zonder aan iets te moeten denken
en er geen kwartier over wil doen, gewoon wil blijven werken en geen
ruzie wil maken met mijn lieve wezentje wie ons zieke kind van school
moet halen, niet anderen wil opzadelen met mijn kinderen (het lijkt
me best bezwaarlijk, doch noodzakelijk om een ander te vragen op te
passen), niet dat eeuwige gevraag wil aanhoren, zonder moeite
spontaan uit eten wil, me niet wil generen in een vliegtuig of
supermarkt door een chagrijnig (lees: hysterisch schreeuwend) kind,
me geen zorgen wil maken over zijn/haar toekomst, me geen zorgen wil
maken als het een lange reis gaat maken, niet de troep achter
zijn/haar reet wil opruimen, me niet wil ergeren als er weer eens
eentje naar beneden komt terwijl het al lang had moeten slapen, me
niet kwaad wil maken als het weer eens niet luistert of iets sloopt,
niet bang wil zijn of het gepest gaat worden op school, het eten in
zijn of haar mond moet proppen omdat het niet wil eten, ik op
vakantie wil in een periode dat het niet heet en duur en druk is en
dat ik geen doodsangsten uit wil staan als mijn kind niet op tijd (of
nog erger: een nacht) thuiskomt, ben ik dus een narcist.
Ik ben gewoon eerlijk in
het feit dat ik mijn kind niet kan geven wat mijn zussen en vrienden
hun kinderen geven en bijbrengen. Daar heb ik ongelooflijk veel
respect voor. Ik zou dat niet kunnen, dat weet ik en daar ben ik
eerlijk in. En als ik lees en hoor wat kinderen soms moeten doorstaan
(misbruik, klappen, kleineren, verlaten, etc), dan zouden verdomme
meer mensen een voorbeeld aan mij moeten nemen.
Had mijn medecursiste dus
toch gelijk dat ik narcistisch ben ;-)
Overigens bood ze later
haar excuses aan. Iets wat eigenlijk niet had gehoeven, gezien het
feit ze het bij het rechte eind had, haha.
1 comment:
Top
Post a Comment