Daar zit ik weer, in een
koffietentje. De koffie is niet je van het, de bank zit goed, maar de
tafel is te hoog, dus het typt niet lekker. Ik heb ook geen muffin
want die is ook niet lekker. Het is wel een leuk zaakje. Leuk
opgezet, gezellige kleuren en sfeer. Ik kom hier dan ook wel vaker.
Zij het niet heel vaak; zie als reden hierboven.
Momenteel zit er een stel
tegenover me. Misschien is het geen vriend en vriendin maar ze horen
bij elkaar. Ze zitten samen aan een tafel en zijn gezellig aan het
kletsen. Dat wil zeggen, zij zit gezellig te kletsen. Hij stottert
namelijk. Misschien is dat wel de reden dat hij met haar omgaat, want
dan hoeft hij niet zo veel te praten. En ik kan je verzekeren, ze kan
haar mond niet houden! Wat irritant zeg. Hoeveel kun je over één
onderwerp vertellen? Hoe veel denk je dat een ander wil horen over
één onderwerp? In ieder geval niet zo veel...
De man zette me aan het
denken. Hij begon namelijk te ververt t tellen dat (sorry, eenmalig
non-grapje) dat hij een misser maakte vandaag. Mooi, dacht ik, dat
wordt lachen. Moest wel grappig zijn, anders vertel je niet over je
eigen afgang. Maar wat is het nou, toen hij bij de clou kwam, was dat
helemaal niet grappig, want hij kon dat niet in één keer zeggen.
Daardoor viel de hele grap weg. Zij moest ook helemaal niet lachen.
En ik ook niet. Ik dacht letterlijk 'dat is toch helemaal niet
grappig?'. Dat vond ik erg vervelend. [mens, hou jij nou eens effe je
klep!] Ik ging daardoor ook denken dat het heel moeilijk moet zijn
voor iemand die stottert om aan een discussie mee te doen. Niet
alleen duurt het een tijdje voor de woorden uit zijn mond komen (voor
de anderen om te horen), ook zal hij zich onzeker voelen omdat de
anderen op hem moeten wachten.
Ik kan me goed voorstellen
dat je discussies gaat mijden. Je gaat daardoor minder praten
waardoor je je minder in het sociale sprekende circuit bezigt.
Daardoor minder omgang met mensen. Als je dan ook nog eens altijd
vragen moet beantwoorden van mensen die (oprecht) geïnteresseerd
zijn in jouw stotteren (zoals ik), begrijp ik best dat je zo min
mogelijk wilt praten.
Ik hoop er natuurlijk
naast te zitten. Als dat niet zo is, vind ik stotteren een probleem
waar veel te weinig aandacht aan wordt gegeven. Het lijkt erop dat
het niet blijft bij niet in één keer kunnen zeggen wat je wilt, het
lijkt ook te maken te hebben met steeds minder zelfvertrouwen hebben
en misschien zelfs tot angst voor praten. Overigens denk ik wel dat
de meeste volwassenen volledig begrip hebben voor stotteraars en ze
... eeh laten uitpraten. Is dat wat een stotteraar wil, uitpraten en
niet dat een ander zijn zinnen niet afmaakt? Ik weet het eigenlijk
niet. Ik zal het een stotteraar vast wel een keer gevraagd hebben,
maar ja, dat vergeet ik natuurlijk.
Lang geleden werkte ik
eens in een groepje waarvan één jongen stotterde. In de eerste week
tast je elkaar af. In de tweede week worden de vragen wel wat
persoonlijker. De stotteraar vertelde dat hij een vriendin in
Duitsland had en dat ze elkaar een paar dagen in de week belden.
Waarop één van de andere jongens de ongelukkige woorden sprak:”Dat
zal dan een flinke rekening zijn.” De bedoeling van die jongen was
niet om grappig te zijn, maar om te weten of de telefoonrekening (zo
vaak naar Duitsland bellen) dan niet te hoog zou worden, ongeacht of
die jongen stotterde of niet. Je zag hem ook meteen rood worden en
uitleggen wat hij bedoelde. Gelukkig kon de stotteraar er om lachen
(het was ook een grappige opmerking). Misschien ook door de reactie
van de jongen, die knalrood werd.
No comments:
Post a Comment